De film gaat over een jongeman die op de drempel van actie en rust zweeft. Voor het grootste deel zit of strekt hij zich uit in zijn kamer, terug naar de camera, ontspannen, trillend, organisch. De schetsen op de muur boven zijn bed veranderen periodiek, net als de seizoenen, en zijn op afstand, door een soort logische aanname, verbonden met zijn eigen artistieke impuls.